Boudewijn De Groot
De Boom
Songtekst van Boudewijn De Groot - "De Boom"

[Vers 1]
Er stond een boom in het bos
Tot hoog in de hemel
Z'n voeten in de aarde
Hij kwam nooit meer los
Een man liep voorbij
Hij kerfde wat tekens
In de stam van de boom
En hij zei:
Die boom is van mij
Hij zei, "Ik kom al jaren in het bos"
En ken alle bomen
Ik heb ze zien groeien
Op het donsgroene mos
Maar dit is mijn held
Hij is al oud en moe
Ik blijf hem verzorgen
Totdat de stormwind hem velt
"Ze zijn sterk," zei de man
Want bomen zijn reuzen
En wij zijn maar dwergen in het hemelse plan
Alleen een orkaan krijgt ze tegen de vlakte
Want dat is de natuur
En zo zal het dus gaan
[Refrein]
In de natuur wordt het leven vaak simpel verteld
Waar de boom werd gezaaid
Wordt hij ook weer geveld

[Vers 2]
Om een bocht in het pad
Kwamen twee mannen
K’zag dat één van de twee een bijl bij zich had
"Dit moet hem zijn"
Zei de één tegen de ander
Een reus van een boom
Maar wij krijgen hem wel klein
Die boom is ziek en moe
We moeten hem vellen
Maar de man van de boom riep
Dat laat ik niet toe
Alleen een orkaan mag deze boom vellen
Dat is de natuur en zo zal het dus gaan

[Refrein]
In de natuur wordt het leven vaak simpel verteld
Waar de boom werd gezaaid
Wordt hij ook weer geveld

[Outro]
Opeens slaakte hij een gil
En plant dus een mes in het hart van de mannen
Daarna bleef het stil
Het mos kleurde rood
Maar alles bleek zinloos
De boom stond er al eeuwen
De boom was al dood