Helmut Lotti
Het Meisje Van De Buren
Ik was haar beste maatje
Ze kwam altijd voor een praatje
Op haar fiets
Ik kan het nog niet geloven
?k Ben zo ondersteboven
Ik wist van niets
Ze had een groot geheim
Waarvan zij me geen woord had gezegd
Want ze voelde zich door en door slecht
Het was een groot geheim
Waarover ze nooit had gesproken
Want haar hart was al heel lang gebroken
Het meisje van de buren
Fietste in de late uren
Altijd vrolijk rond in de wijk
En als ze naar me lachte, was ze zo mooi, zo mooi
Met haar blonde haren, blauwe ogen, die altijd straalden
Zo mooi, zo jong en zo mooi
In haar brief heeft ze geschreven
Dat door mannen heel haar leven
Was verscheurd
Maar toch heeft ze nooit gepraat
Over wat toen ?s avonds laat
Was gebeurd
Het was donker. Het was koud
En ze sleurden haar plots van haar fiets
Haar noodkreet verdween in het niets
Ze had zo luid geschreeuwd
Maar ze hadden haar hart al vermoord
Voor iemand haar kreet had gehoord
Het meisje van de buren
Fietste in de late uren
Altijd vrolijk rond in de wijk
En als ze naar me lachte, was ze zo mooi, zo mooi
Met haar blonde haren, blauwe ogen, die altijd straalden
Zo mooi, zo jong en zo mooi
Elke dag fietste ze vrolijk voorbij
En dan wuifde ze lachend naar mij
Maar nu staat haar fiets
Al een week aan de deur
Het meisje van de buren
Fietste in de late uren
Altijd vrolijk rond in de wijk
En als ze naar me lachte, was ze zo mooi, zo mooi
Met haar blonde haren, blauwe ogen, die altijd straalden
Zo mooi, zo jong en zo mooi
Zo jong en zo mooi
Zo jong en zo mooi