Cornelis Vreeswijk
Het mannetje in mijn gitaar
Er woont een mannetje in mijn gitaar
Ik noem hem gewoonweg maar Pietje
En als hij maar ademt, dan klinkt er een snaar
En als ik er bij ben, dan grijp ik er naar
En maak een klein melodietje

Er woont een vogel onder mijn tong
't Zal heel waarschijnlijk een "zij" zijn
En als ik maar fluister, dan maakt ze een sprong
Ze dacht waarschijnlijk dat ik iets zong
En daar wil zij altijd bij zijn

Een heel mooi meisje loopt in de laan
Daar wou ik heel graag van zingen
Zij is van zilver onder de maan
En als ze stil staat, dan roep ik haar aan
En wij doen lieflijke dingen

Er zingt een vogel onder mijn haar
In ongelooflijke veren
Zij zingt voor Pietje in mijn gitaar
Kunt u haar horen? Luistert u maar
Dank u wel, dames en heren